PXL-Music

Don’t wanna be taught to be no fool

Luc Janssen, radio and TV host at VPRO and VRT, wrote this manifest in 2008 at the start of the course. It is the basis of the mission and vision of PXL-Music ever since.

 
“Zang Tumb Tumb” schrijft Marinetti boven zijn Futuristisch manifest. We schrijven 1914.
Onomatopoëtische artillerie. Zang Tumb Tumb, het geluid dat fluitende en inslaande kogels maken. Het lawaai dat de eerste wereldoorlog produceert treft Marinetti en zijn kunstbroeders midscheeps.
De Dadaïsten Hugo Ball en Russolo geven optredens met hun lawaaimachines.
Een nieuwe kunstvorm: “The Art of Noise” zo noemen ze het zelf.
 
 

 
 
Maar… The Art of Noise, was dat ook geen popgroep uit de jaren 80?
En Cabaret Voltaire, was dat nu een eighties-verantwoord elektronica-duo uit Sheffield of een vooroorlogs kunstcabaret in Zürich? Franz Ferdinand, een band of een keizer met een punthelm?
Op de vragen van het examen popgeschiedenis zijn alle antwoorden juist. Multiple choice is hier géén keuze.
Zang Tumb Tumb. Kurt Cobain jaagt een kogel door zijn kop. We schrijven 1994.
It smells like teen spirit. Wees niet te voorzichtig, durf is veiliger.
Het is de baseline van de perfecte rockopleiding.
Onderzoek, studie, vergt eerst en vooral de zin om je natuurlijke nieuwsgierigheid uit te leven. Als je leefwereld de moderne pop- en rockcultuur is. Als je muziek eet en ademt. Jong zijn, tegen wil en dank, je corebusiness is. Dan wordt die nieuwsgierigheid vanzelf geprikkeld. Het flikkert van je flatscreen, het speakert in je oren en triggert je, You Tube-gewijs. Er is geen ontkomen aan.
Wat je nodig hebt is de juiste omgeving om die lust te beleven, een omgeving die je de ruimte geeft om te leren onorthodox out of the box te denken en te handelen. Popmuziek mag dan de naam hebben internationaal zijn, België staat stevig op de kaart. Eigenwijs maar stevig. En op de kaart van België wijst de GPS (Grootste Pop Stad) Hasselt aan, met stip op 1, als de pioneer met volle aandacht voor de rock en pop-opleiding: lees Muziekodroom.
Met een van Europa’s meest vooraanstaande “alternative” festivals: zeg Pukkelpop. Als de wereld ons vindt, vinden wij de wereld. De grootste uitdaging is niet om internationaal te gaan, maar om internationaal te zijn.
Nergens wordt de toekomst zo vaak opnieuw uitgevonden als in de pop en rockcultuur. Stijl- en genrevernieuwing vormen de basis van de stromingen in de pop en rockmuziek. Zij verdienen het dan ook om bestudeerd te worden.
Pop- en rockmuziek zijn niet langer de vluchtige cultuurvormen waar ze al veel te lange tijd voor doorgaan. Ze zijn een spiegel van alle tijden.
Durf erin te kijken en… scherven brengen geluk.
Popmuziek heeft het recht om bewegende lucht te zijn en niets meer.
En als popmuziek toch de pretentie heeft om meer te zijn, dan heb je het recht om dat te weten. Zelf heb ik 30 jaar geleden in tempore non suspecto (Elvis was allang dood) de omgekeerde beweging gemaakt, van Joseph Beuys via Gilbert and George langs Dennis Oppenheim over Abramovitch tot Laurie Anderson.
Dezelfde mensen die als COUM Transmissions in kunstgaleries optraden, maakten industrial punk als Throbbing Gristle. Artaud, Brecht en Wagner waren plots hot in de muziek van Cunningham, Cage en Robert Wilson. De verkiezing van Thatcher en Reagan, de stuiptrekkingen van de koude oorlog, tijden van ontreddering en onzekerheid zorgden tegelijk voor enerzijds doemdenken en anderzijds escapisme in de popmuziek.
Een alternatieve cultuur was geboren met een stroom aan vernieuwingen niet alleen in de muziek maar ook in literatuur, film, schilderkunst, lifestyle en design.
Rock en pop hebben hun eigen verhaal geschreven, hun geschiedenis.
Populaire geschiedenis of elitair, het hangt er maar vanaf hoeveel je zelf toelaat, en hoeveel zijwegen je bereid bent in te slaan.
De rockopleiding kan die weg wijzen maar moet daarbij oplettend zijn, en het gevaar van teveel coaching en te weinig creatieve vakkennis vermijden. Met coaching komt onvermijdelijk ook het formaliseren en het forceren bij de overdracht van kennis. Dit zou, de kracht, de power, het gevaar, de subversie, de passie, de creativiteit, kortom de essentie van de rock en popcultuur alleen maar vervlakken. De praktijk van de kunstenaarsopleiding in de Renaissance, waarbij leerlingen in de leer gingen bij kunstenaars die op het toppunt waren van hun kunnen strekt hier tot aanbeveling. Je leert het meest van je helden.
Bij een opleiding rock & pop past geen overdosis ernst en overdreven serieux.
Het belang ervan moet niet meer worden bewezen.
Rock en pop zijn ernstige zaken.
En, hoe ernstiger de zaken, hoe minder ernstig we ze moeten nemen.
That’s the spirit!
Teen Spirit, and I can smell it, already. Zang Tumb Tumb.
 
 
Luc Janssen, 2008